Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid [14]verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met [15]vrolijk zingende lippen. 14. Dit stelt hij tegen den geestelijken dorst en honger naar den publieken godsdienst en vergaderingen der heidenen, waarvan vs.2,3; zie hfdst.36 vs.9. 15. Hebr. lippen der vrolijke gezangen, of der juichingen.